Page 88 - mijncité
P. 88

o een discrete uitbreiding met heden- daagse vormgeving en materialen.
Het uitgangspunt hierbij was dat het volume van de uitbreiding het volume van het hoofdgebouw zo weinig moge- lijk beïnvloedt of het algemeen beeld en de schaal van het oorspronkelijke volumes wijzigt.
Ook hier kan men kiezen tussen een hedendaagse of eerder traditionele stijl. Het is niet altijd nodig iets nieuws te bouwen zoals dat vroeger zou ge- daan zijn. Het is beter te tonen wat nieuw is, zodat het oorspronkelijke beter tot zijn recht komt. Zo wordt de geschiedenis en de evolutie van de woning ook leesbaar gemaakt. de eer- ste vereiste is dat het bijgebouwde volume harmonieus aansluit bij het hoofdvolume, terwijl het dit toch in zijn waarde laat. uiteraard is het ook noodzakelijk dat de nieuwe aanbouw op zichzelf kwalitatief en evenwichtig ontworpen is. te grote volumes maken het geheel log en zwaar, en tasten de bescheiden schaal van de buurt aan.
als materiaal voor de uitbreidingen is baksteen voor de hand liggend, in de bijna geheel uit baksteen opgetrokken wijken. Het is uiteraard vrijwel onmo- gelijk een nieuwe constructie op te trekken met een precies hetzelfde uit- zicht en patine als de oudere gedeel- ten. de tijd heeft hier immers zijn werk
gedaan. Maar het is zeker mogelijk een geschikte steen te vinden, die past bij de oude. de nieuwe steen mag zelfs behoorlijk van de oude verschillen: zo wordt duidelijk gemaakt wat nieuw is en wat oorspronkelijk. in deze zin kunnen ook pleisterwerk of andere hoogwaar- dige materialen bevredigende resulta- ten opleveren. Minderwaardige of niet duurzame materialen, zoals golfplaten, metalen pro elplaten of PVC worden in deze omgeving beter vermeden.
bijgEbouwEn
de losstaande bijgebouwen zijn een nieuw fenomeen in de mijncités: ga- rages, carports, tuinhuisjes en con- structies allerlei. Ze zijn opgetrokken uit de meest uiteenlopende, al dan niet gerecycleerde materialen. elders zijn ze dan weer afgewerkt en aan- gekleed als kleine paleisjes. Voor een houten tuinhuisje, kleiner dan 10 m2 is geen vergunning nodig, voor alle an- dere constructies wel. dit geldt voor de afmetingen, het materiaalgebruik en voor de plaats in de tuin waar ze mogen worden ingeplant.
Zeker de eerste tuinwijken werden ontworpen als een groene oase, waarin later de gebouwen werden ingeplant. dit werd gedaan met grote zorg voor een goede verhouding tussen open
o schotelantennes aan de voorgevel zijn vaak storende elementen.
traditioneel oF hedendaags?
welke vormgeving geniet de voorkeur? dit is eerst en vooral een keuze, en in beide opties kan het resultaat uitstekend of barslecht zijn. Ook hier geldt dezelfde esthetische kwali- teitsnorm van aangename harmonie. Hedendaagse contras- ten, in vorm en materiaal, kunnen mooie accenten leggen en geven de oude wijk aansluiting bij de 21ste eeuw.
natuurlijk kan de gemeente een traditionele aanpak sti- muleren, zoals dit bij de Genkse tuinwijkrenovatiesubsidie het geval is. Hiermee wil zij voor de oude gebouwen het oorspronkelijke uitzicht zoveel als mogelijk behouden en herstellen. Voor de nieuwe bijgebouwen kan wel voor een hedendaagse aanpak worden gekozen.
strikte reconstructie is echter geen goed idee. dit wil zeg- gen: iets maken zoals het vroeger zou gemaakt worden. Hiermee zou de woning liegen over zijn verleden, en een vertekend beeld oproepen van hoe het vroeger was. Het verhaal van het gebouw wordt dan genegeerd. wat nieuw gebouwd is, mag – en moet – als dusdanig herkend worden.
kwaliteit en harMonie
eén van de grootste kwaliteiten van de tuinwijken is de homogeniteit en aangename harmonie. Ook de huizenblok- ken werden met zorg ontworpen, met veel aandacht voor de samenstelling van de volumes, de vorm en compositie van de gevelopeningen en de detailleringen en decoratieve elementen. Het volume en de gevel van de huizengroep
zijn als een geheel ontworpen. een goede renovatie van de individuele woning moet dan ook op het geheel worden af- gestemd. Zij moet de kwaliteiten van het geheel behouden, en indien mogelijk versterken. een aanbouw, een toevoe- ging moet zelf esthetische kwaliteiten bezitten en tegelijk bijdragen tot de harmonie van het geheel. dit geheel maakt op zijn beurt deel uit van de buurt en de straat, die ook als een harmonisch geheel werden ontworpen.
een architect die de beeldwaarde van de buurt weet in te schatten, is het best geplaatst om het ontwerp van uw project hierin in te passen.
88


































































































   86   87   88   89   90