Page 18 - mijncité
P. 18
o Van het strakke, uiterst rationele vooroorlogse plan van Verwilghen voor de ‘cité industrielle’ van waterschei werd enkel het gedeelte rechts uitgevoerd. na de eerste wereld- oorlog sloot mijnarchitect Vautquenne hierop aan met een sierlijk tuinwijkontwerp.
bood zich vaak slechts aan de poorten van de mijn aan als ze niets anders om handen hadden. door goede huisvesting verzekerden de mijndirecties zich van vaste werknemers, die ze ook in hun vrije tijd onder controle hadden.
tenslotte waren deze nieuwe wijken een prestigeproject en een visitekaartje voor het bedrijf en een alibi voor de zware werkomstandigheden en de vervuilende industrie in het heidelandschap.
grootsE pLannEn: DE oprichting van DE tuinwijkEn
Naast enkele villa’s voor directie en kaderleden, waren
de eerste woningen bestemd voor de arbeiders die bij de afdieping van de schachten en het oprichten van de indus- triële installaties waren betrokken. dit waren immers veelal ervaren waalse werklui die hier een onderkomen moesten vinden.
in de jaren vóór de eerste wereldoorlog, werden gronden aangekocht en grootse plannen voor de nieuwe wijken uitgewerkt. in enkele mijncités, zoals winterslag en eisden werden dit uitbundige woonparken, met kronkelende straten en groene pleinen. de mijn van Zolder liet zelfs een plan opmaken voor meer dan 1000 arbeiderswoningen. anderen, zoals Beringen en waterschei begonnen meer bescheiden, met een rechtlijnig stratenpatroon en eenvou- dige woninggroepen. de oorlog legde de bouwactiviteiten voortijdig stil.
dit gaf de ontwerpers tijd om de plannen te herbekijken. de Brusselse architect adrien Blomme, de ontwerper van de cité van winterslag en later van het kioskplein te Beringen, trok tijdens de oorlog naar engeland. Hij maakte zich de ontwerpprincipes van unwin eigen en hertekende het mas- terplan voor winterslag. in waterschei stapte men af van het rationele rechtlijnige rasterpatroon van ingenieur Verwilghen. Mijnarchitect Vautquenne maakte een gevari- eerd ontwerp met sierlijke curven en pittoreske beeldcom- posities.
Behalve in Houthalen gingen na de oorlog de bouwwerk- zaamheden in alle mijngemeenten goed van start. de architecten kregen carte blanche. de eerste aanzetten van de wijken zijn pareltjes van stedenbouwkundige creativiteit en architecturale schoonheid.
toch bleek de oorspronkelijke rijkdom van vormgeving, variatie en detaillering, met zijn hoge kostprijs niet houd- baar. Omdat de productie van de steenkool pas later op gang kwam dan verwacht, werden de bouwprojecten nood- gedwongen in vertraagde fasen uitgevoerd. de oorspron- kelijke plannen werden om economische redenen of door prioriteiten van de overheid tijdens hun uitbouw gewijzigd of ingekrompen en verloren zo een deel van hun kracht en samenhang. In de loop van de jaren ’20 verloor het tuin- wijkidee aan populariteit. de ontwerpers werden steeds meer ingetoomd.
18