Page 42 - mijncité
P. 42
de Mijncités na
het steenkooltijdPerk
de regie van de mijn hield er streng toezicht op dat de woningen en tuinen onderhouden werden. de wijken zagen er tot in de jaren zestig nog vrijwel exact uit zoals ze door de ontwerpers waren bedacht. toen de mijnen uiteindelijk tot de verkoop overgingen, vreesden sommigen al dat dit de homogeniteit en harmonie in gevaar zou brengen.
DE uitvErkoop
ingenieurs- en bediendenwoningen werden vlot verkocht, meestal aan de toenmalige bewoners. Bij de arbeiders- woningen gebeurde dit slechts gedeeltelijk. Vele bewoners konden de aankoop nancieel niet aan, anderen zagen wel- licht een lange carrière in de steenkoolindustrie niet zitten, en zochten elders een woning. Omdat de mijn de laatste jaren niet veel meer aan de arbeiderswoningen gedaan had, was de toestand van de woningen vaak slecht. Vooral de minst kwalitatieve woningen werden opgekocht door de diverse sociale bouwmaatschappijen. na renovatie werden ze opnieuw aan de bewoners te koop aangeboden.
na de sluiting trokken veel ex-mijnwerkers weg, vooral uit de minst gegeerde arbeiderswijken. de oudere bewoners en de minst begoeden bleven er wonen. de huur was laag of de woningen, vaak in slechte staat, werden aan lage prijzen
o na een grondige renovatie kregen heel wat citéwoningen een compleet nieuw leven.
verkocht. de autochtone bevolking verouderde snel, en de vrijgekomen woningen werden ingenomen door migranten, die elkaars nabijheid opzochten. sommige arbeiderswijken worden nu vrijwel uitsluitend door deze groepen bewoond.
hEt hEft in EigEn hanDEn
de vrees voor wildgroei na de woninguitverkoop bleek niet onterecht. Vooral de kleine arbeiderswoningen hadden nood aan meer oppervlakte en comfort. Ook hadden de nieuwe eigenaars de neiging hun eigen woning een indi- viduele toets te geven. Ze waren jarenlang in hun plannen beperkt door de regie, en wilden zich afzetten tegen de opgelegde collectiviteit.
architecten kwamen er niet aan te pas. Gemeentelijke over- heden hadden nog geen beleid uitgewerkt om de verbou- wingswoede in goede banen te leiden en de identiteit van de wijken te beschermen.
Gevels werden beschilderd en bekleed of van nieuwe parementen voorzien, daken verhoogd en vervangen met afwijkende materialen, terwijl de aanpalende buren weer met heel andere ideeën aan de slag gingen. ramen werden vergroot, verkleind, bijgemaakt of dichtgemetseld, houten schrijnwerk werd vervangen door PVc of aluminium. Han- dige doe-het-zelvers knutselden bijgebouwen, veranda’s
42
gedurende zestig jaar bleven
de mijnwerkerswijken zo goed als onveranderd. alle woningen waren eigendom van de mijn
of van de bouwmaatschappijen waarin de mijn de touwtjes in handen had. met de uitverkoop van de woningen veranderde dit snel, en de nitief.