Page 59 - mijncité
P. 59

ook in deze zeswoonst zat voldoende variatie om logheid of eentonigheid te vermijden.
anders dan de andere mijnzetels, heeft de mijn van winterslag bij de afdieping van de schachten niet af te rekenen met drijfzandlagen boven de steenkoollagen. dit geeft haar een belangrijke voorsprong op de andere mijn- maatschappijen. de productie start in 1917.
Het mijnterrein is globaal op te delen in vier zones, de vier kwadranten rond de kruising van de noordlaan met de spoorweg. de mijnzetel, met bedrijfsgebouwen, rangeer- terrein en terril bevindt zich in het noorden. de eerste 28 noodwoningen in betonblokken worden in 1910 opge- trokken, ten noorden van de bedrijfsgebouwen, maar zijn intussen gesloopt.
DE EErstE cité
de Brusselse architect adrien Blomme kreeg in 1911 de opdracht om de mijncité uit te bouwen in het zuidoostelijke kwadrant: tussen noordlaan, spoorweg en Vennestraat. Geheel in de modieuze traditie van de engelse tuinwijken, maakte hij een aantal parkachtige ontwerpen met vloeiende lussen en traditionele woningen in cottagestijl. slechts een klein gedeelte hiervan werd uitgevoerd, in de noordooste- lijke hoek. Hij gebruikte hiervoor de tracés van enkele oude heidewegen om zeker te zijn dat de wijk zou ontsloten worden. een kleine symbolische as leidde van de noordlaan
naar een centraal park en gemeenschapsvoorzieningen.
tijdens de eerste wereldoorlog bezocht Blomme de tuin- dorpen van ondermeer raymond unwin, en maakte zich diens ontwerpinstrumenten eigen. in 1917 gooide hij het plan van de wijk helemaal om. ditmaal bouwde hij het
op met rondgaande woonstraten rond een monumentale noord-zuidas. de Margarethalaan liep van de mijnterreinen naar een centraal plein met de kerk en gemeenschapsvoor- zieningen, omringd door een park op de Vossenberg.
Het masterplan werd uitgebreid met een grote arbeiders- wijk aan de overkant van de spoorweg. dat werd de latere tweede cité, die met 3 bruggen met de eerste cité was verbonden. Het plan toonde een sierlijk evenwicht tussen logische geometrie en aanpassing aan het golvende terrein.
Blomme moest tot zijn frustratie het plan meerdere malen aanpassen. wegens de stijging van de bouwkosten werd het plan slechts in fasen gerealiseerd. twee beslissingen hadden een nefaste invloed op de logica van het plan. de mijndirectie besliste het ‘civic center’, met ondermeer de kerk en het klooster in te planten aan een plein palend aan de oostkant van de Margarethalaan. Hierdoor verviel de symboliek van de as, die nu op niets uitloopt. de laan is
59


































































































   57   58   59   60   61